MOGELIJKHEDEN
Baby’s
Wanneer je net ouders geworden bent, komt er veel op je af, ook over de voeding van je baby.
Borstvoeding of flesvoeding? In de eerste maanden zal dat vooral te maken hebben met de keuze tussen borstvoeding of flesvoeding geven. Hierbij heeft, in de meeste gevallen, borstvoeding de voorkeur. Het advies vanuit de gezondheidsraad is om 6 maanden uitsluitend borstvoeding te geven. Dit levert de meeste voordelen op voor je baby en voor de moeder. Het helpt mee aan de ontwikkeling van het afweersysteem, zorgt voor een verminderd risico op allergieën en zo zijn er nog veel meer positieve kanten van borstvoeding.
Soms kunnen er echter redenen zijn dat borstvoeding niet lukt of mag. Dan wordt er overgegaan op flesvoeding. Overleg dit ook met het consultatiebureau.
Extra aanvullingen?
De eerste 12 weken heeft een baby extra vitamine K nodig, omdat het dit zelf onvoldoende aanmaakt. Daarnaast is het advies om kinderen tot 4 jaar extra vitamine D te geven. Het maakt hierbij niet uit of je baby borstvoeding of flesvoeding krijgt.
Start bijvoeding?
Wanneer je kindje 4 tot 6 maanden is, wordt er begonnen met bijvoeding. Wanneer een kindje daar aan toe is, verschilt erg veel. Wanneer de baby alleen maar borstvoeding krijgt en verder geen flesvoeding, dan is het verstandig om te wachten tot 6 maanden met bijvoeding. Het kan namelijk zo zijn dat de melkproductie terugloopt. Wacht in elk geval niet tot na 6 maanden om de eerste vaste hapjes te introduceren, want dit maakt de kans op het ontwikkelen van allergieën groter.
Leren eten en drinken
De periode van 6 maanden tot één jaar is heel belangrijk voor de ontwikkeling van de smaak en mondmotoriek van een baby. Probeer die periode dan ook zoveel mogelijk voedingsmiddelen uit. Dit is dus niet alleen eten maar ook zeker drinken! Er zijn een aantal aandachtspunten tot 1 jaar:
Vanaf een jaar kan je kindje gewoon met alles met de pot mee-eten. Hanteer het principe dat ouders bepalen wat en wanneer er gegeten wordt, maar een kind bepaalt hoeveel er gegeten wordt.
Als het anders verloopt?
In het eerste jaar maakt een baby kennis met veel voedingsmiddelen en technieken die nodig zijn om te kunnen eten en drinken. In al die verschillende processen en producten kan er ook wel iets mis gaan waardoor aanvullende voedingsadviezen nodig zijn. Denk aan:
Peuters
Bij peuters zien we vaak een periode waarin ze veel minder eten of dat eten een machtsmiddel wordt om ouders uit te testen. Als ouder is het soms lastig om hiermee om te gaan. Vooral door de angst over of het kind wel voldoende voedingsstoffen krijgt. Het kan prettig zijn om hierover in gesprek te gaan met een gespecialiseerd diëtist, een kinderdiëtist: zij kan bekijken hoe de voeding eruitziet en of verder aanvullingen nodig zijn.
Gedurende de peutertijd kunnen ook andere problemen aan het licht komen, waarbij een bezoek aan de kinderdiëtist verstandig is, zoals:
Kinderen
Hoe ouder een kind wordt, hoe zelfstandiger het wordt. Dit geldt voor alles wat een kind doet, dus ook voor de voeding. Deze zelfstandigheid wordt steeds groter en heeft ook steeds meer invloed op het kind. Hoe ouder ze worden, hoe meer ze zelf bepalen.
Lichamelijke klachten?
Op deze leeftijd kunnen kinderen ook steeds beter aangeven wanneer ze ergens last van hebben. Lichamelijke klachten kunnen soms duiden op een onderliggend voedingsprobleem. Door met de huisarts of specialist dit goed door te spreken, kunnen eventuele problemen vroegtijdig gesignaleerd worden. Hierbij kun je denken aan:
Gewicht
Ook kan blijken dat een kind boven een gezond gewicht zit. Dit kan bijvoorbeeld aan het licht komen bij een bezoek aan het consultatiebureau of een schoolarts of huisarts. Zowel de ouder als het kind kan het gewicht als een probleem ervaren. Voor jongeren boven een gezond gewicht tussen de 5 en 18 jaar werkt onze kinderdiëtist met de methode Lekker Pûh!!!
Maar ook een te licht gewicht of onvoldoende groei komt veelvuldig voor. Dit kan klachten veroorzaken, zoals vermoeidheid, weinig weerstand of zelfs onvoldoende (lengte)groei. Voldoende voedingsstoffen, energie en eiwitten zijn dan belangrijk, zeker omdat een kind ook nog in de groei is. Voor een goede balans is het raadzaam te overleggen met een diëtist.
Omgeving
Bij problemen waarbij voeding een rol speelt, is het veranderen van de voeding geen eenvoudige klus. Er zijn vaak veel mensen betrokken bij een kind en iedereen moet met de neus dezelfde kant op staan. Beide ouders, oppas of andere kinderopvang, school, opa’s en oma’s. Een kind kan heel stevig in zijn schoenen staan om veranderingen te doen, maar steun van de omgeving is erg belangrijk om dit ook op de lange termijn vol te houden.
Pubers
Als puber verandert er heel veel, je groeit veel in korte tijd. Soms voel je je nog kind, terwijl je als jongvolwassene wordt gezien. Dit geeft de nodige verwarring en maakt de puberteit soms erg lastig. Bovendien word je op deze leeftijd steeds vaker op je uiterlijk beoordeeld wat deze periode er niet eenvoudiger op maakt.
Daarnaast kom je steeds meer los van je ouders. Dit houdt vaak ook in dat je vaker zelf bepaalt wat je wel of niet eet. Er wordt minder toezicht gehouden, want je bent immers volwassen aan het worden en dus zelf verantwoordelijk. Helaas zorgt dit er in sommige gevallen voor dat pubers minder gezond gaan eten, brood verdwijnt in de prullenbak en lekkere dingen zijn op elke hoek van de straat te koop. Dat hebben ouders niet altijd in de gaten.
Wanneer je je als puber aan bepaalde voedingsregels moet houden, bijvoorbeeld in verband met een allergie of diabetes, dan gaat dit weleens mis. Des te belangrijker is het dan ook om pubers zelf te leren hoe ze verstandige keuzes kunnen maken door ze zelf de kennis te geven waarop ze hun keuzes kunnen baseren.
De kinderdiëtist bij Leemburg Familiediëtist ondersteunt het kind en zijn omgeving om veranderingen in voeding en leefstijl te doen en vol te houden. Wil je meer informatie? Neem dan contact op met onze kinderdiëtist.
Bekijk de andere mogelijkheden
Ervaringen
Stel hier je vraag
Heb je een vraag voor Leemburg Familiediëtist? Stel hem hier.